Een jaar geleden pakte ik een bronzen medaille op het NK Skyrunning in Zwitserland. Die medaille was zo mooi omdat ik hem ten eerste niet verwacht had en ten tweede die race zo verschrikkelijk zwaar was, dat hij extra extra extra verdiend voelde. Het parcours was 60 kilometer lang en er zaten bijna 4000 hoogtemeters in: ik vond het pittig – maar ondanks de hitte, de hoogte en de misselijkheid genoot ik me helemaal suf. Want ik koos zelf voor deze uitdaging. Elke stap die ik zette, zette ik uit vrije wil. Ik hoefde het niet te doen, ik hoefde deze race niet te finishen, ik hoefde helemaal niets. Maar ik wilde deze wedstrijd lopen. Ik had ervoor getraind en ik had ingecalculeerd dat het zwaar zou worden. Op de zwaarste momenten lachte ik om mezelf.
Wat ik toen niet kon bedenken, was dat zeven maanden later de grond onder mijn voeten werd weggeslagen. Ik ging voor een controle naar het ziekenhuis (omdat ik in 2017 borstkanker heb gehad). Daarna ging ik snel aan het werk. ’S Middags trok ik mijn lievelingsjurk aan -een donkerrode- en deed mijn haar, want ik had een leuk feestje van mijn werk. Ik hield mijn telefoon in mijn hand, want het ziekenhuis zou me bellen over het onderzoek. Met goed nieuws, natuurlijk, want ik was hartstikke fit. En na vijf jaar… wat een mijlpaal en wat fijn dat mijn lijf zo gezond was.
‘Het spijt me heel erg voor je, maar we hebben weer kankercellen bij je gevonden’, zei een stem aan de telefoon. Ik liet me langs de muur op de grond zakken. ‘Nee’, zei ik. ‘Dat kan niet.’ Maar het was blijkbaar echt waar. Geen slechte grap, geen verwisselde onderzoeksresultaten, geen verkeerd telefoonnummer. Ik was wederom de Sjaak.
Acht dagen wachtte ik op het gesprek met de arts die me vertelde dat ik genezen zou kunnen worden. Acht dagen en nachten zat ik in een achtbaan die me van links naar rechts slingerde, soms zo hard dat ik niet wist wat onder en boven was. Nadat we hoorden dat de situatie naar maar niet hopeloos was, aten we een taartje. En daarna begon de rollercoaster opnieuw, want er moest een behandeling beginnen.
Mijn lijf voelde fit. Zoals ik al zei: ik was sterk genoeg om 60 kilometer te rennen door de Zwitserse Alpen. Die zomer had ik ook al een race van 80 kilometer gelopen in Frankrijk en het ging geweldig. Mijn voorbereiding bestond aanvankelijk uit heel veel hardlopen; de sportscholen waren gesloten vanwege lockdown nummer zoveel. Na een paar maanden heel veel hardlopen, voelde ik me eerder vermoeid dan fit, dus ik wilde mijn plan aanpassen. Dat ik lang kon rennen, was duidelijk. Nu moest ik fitter worden. Zodra de sportscholen weer open gingen, meldde ik me bij Evert. Ik had al eerder ervaren wat krachttraining met me deed, en dat was precies wat ik nu nodig had.